Zelf compost maken

Waarom zou je composteren

Compost is een waardevolle bodemverbeteraar. Door compost op je tuin te brengen, verhoog je het organisch gehalte van je bodem. Dit zorgt er naar verloop van tijd voor dat bij warm weer de grond minder snel uitdroogt. Kleigrond wordt steeds makkelijker te bewerken en bovendien breng je weer voedingstoffen terug in de grond, want met elke oogst voer je ook de voedingsstoffen uit de bodem af. Tevens maak je je grond aantrekkelijk voor bodemleven dat meehelpt je grond gezond en vruchtbaar te houden.

 Wat heb je nodig om te kunnen composteren

Reserveer in je tuin voor je composthoop zelf een ruimte van ca. 120×120 cm.

Het is handig om je compostbak af te bakenen. Het handigst werkt een bak gemaakt van 3 of 4 pallets (vastgemaakt aan 4 palen, latten van de pallet aan de binnenkant plaatsen). Zorg dat een kant van de bak open kan (4-de pallet wegneembaar, losse planken of kippengaas gebruiken) en zorg dat je aan die kant van de bak ook werkruimte hebt om de compostbak om te zetten. Het is voor het vochtgehalte van de bak fijn als er naast de bak, aan de zonkant een grotere struik staat.

Wanneer je composteert in een compostvat komt er minder lucht in je composthoop, deze zal je dus ook vaker moeten omzetten.

 Wat moet er op de composthoop

Op de composthoop moet een mix worden opgebracht van groen organisch materiaal en organisch materiaal, dat rijk is aan koolstof. Deze materialen composteren door vocht, lucht en beestjes, schimmels en bacteriën. Daarbij stijgt de temperatuur van de hoop. Dus is het belangrijk dat de composthoop de juiste vochtigheid heeft, voldoende luchtig is en contact kan maken met de bodem.

Wat mag er op de composthoop

  • Delen van geoogste planten (lelijk blad, wortel en stronk in stukken, loof, lange stengels in stukken)
  • Gewied materiaal of gemaaid gras (dun verspreiden)
  • Onkruid als paardenbloem (niet het zaad), hondsdraf, muur, smeerwortel, zuring (wortel in stukken), perzikkruid (niet het zaad), blad van brandnetel
  • GFT afval uit je eigen keuken en eierschalen (van biologisch teelt)
  • Koffiedik (met filter, geen Senseofilter), thee zonder zakjes
  • Takken (15-20 cm), afgevallen herfstblad, stro, hooi, zaagsel (denk aan afval uit een knaagdierenhok), grauw karton (geen bedrukking) in stukken, eierdozen in stukken

 

Wat mag er niet op de composthoop?

  • Wortel(stokken) en zaden van onkruiden (geen kweekwortel, brandnetelwortel, distelzaden, akkerwinde, heermoes, zevenblad)
  • Zieke planten
  • Te grote kluiten aarde aan de wortels (uitschudden)
  • Aardappel(schillen), tomatenplantenresten (nachtschade) vanwege het risico op phytoftora
  • Koolplanten vanwege het risico op knolvoet
  • Oudere takken van rozen, frambozen, braam (doornen verteren slecht, prikken als je de compost be- of verwerkt). Als je jonge takken in kleine stukjes knipt van 10 cm, composteren ze prima.
  • Boeketten bloemen uit de winkel (vanwege bestrijdingsmiddelen)
  • Citrusvruchten (composteren slecht)
  • Naaldhout (kerstboom, coniferen)
  • Gekookt voedsel of brood (trekt ongedierte aan)
  • Vlees/vis (dus ook geen uitwerpselen van vleeseters)

Hoe ga je beginnen?

 Spaar materiaal op

Koolstofcomponent

  • Takken (15-20 cm), afgevallen herfstblad, stro, hooi, zaagsel (ook afval uit een knaagdierenhok de mest) grauw karton (geen bedrukking) in stukken, eierdozen in stukken.

Groene component

  • bijv GFT uit je eigen keuken (van biologisch teelt)
  • gewied materiaal
  • afval van geoogste planten (lelijk blad, wortel en stronk, loof)

Opbouwen:

Begin met een laag op de bodem van de hoop met grover materiaal: takjes lengte 15-20 cm

Schep om en om van beide componenten op het grove materiaal, werk dit met een mestvork iets door elkaar

Herhaal dit tot je alles hebt opgebracht op de composthoop.

Hoe ga je verder?

In de maanden hierna: breng onkruid dat je wiedt en GFT-afval op, in combinatie met de koolstofcomponent. Maak je daarbij niet te druk over de verhouding, de composthoop gaat zijn werk wel doen.

Na ca. 2-3 maanden ga je kijken hoe het gaat door de bovenlaag even op te tillen:

  • is de structuur aan het veranderen?
  • zie je pissebedden, duizendpoten, oorwurmen?
  • stinkt het niet (rottingslucht, als de vuilnisbak)?
  • voelt ie warmer aan dan de omgeving?
  • zitten er geen vaste lagen in de hoop (waardoor er te weinig lucht in de hoop komt)?

Als het goed gaat in de hoop, mag je het met rust laten. Zo niet dan is het tijd om de hoop om te zetten. Schep de bak bijna leeg (de onderste laag mag blijven liggen), meng het materiaal en bouw de hoop opnieuw op (eventueel kan je nu nieuw materiaal toevoegen)

Na ca. 6 maanden moet het materiaal onder- en middenin de hoop al danig gecomposteerd zijn. Dit kan je eruit halen en op de tuin brengen. Rijpe compost ruikt naar bosgrond. Het ongecomposteerde materiaal breng je weer terug op de composthoop. Compost verspreidt je in het voorjaar of najaar op je tuin.

Aandachtspunten

Zorg ervoor dat je voldoende lucht in je composthoop houdt. Karton, zaagsel, hooi en grasmaaisel zijn een risico, dit kan een ondoordringbare laag vormen, die slecht composteert.

Bij heel heet weer of juist een heel natte periode: dek de hoop af met een stuk karton. Bij warm weer mag je de composthoop ook water geven. Zowel een te droge als een te natte composthoop composteert niet. Een te natte composthoop kun je het beste omzetten waarbij je laagjes droog materiaal toevoegt.

In de herfst en winter kun je de composthoop verder voeden met GFT uit de eigen keuken en knaagdierenhokafval (mest, stro, hooi, zaagsel). Laat de hoop liggen en zet deze in januari om.